Home

Werkwijze

Tekeningen

Schilderijen

Korte verhalen

Correspondentie

Design

Huisraad

CV

Publicaties

Contact

Exposities

Archief

 

 

Van Paardegem

Van Paardegem had nieuwe schoenen en die ging hij vandaag uitlaten.
Hij tilde zijn voorvoet op en voelde onmiddelijk een hinnik in zijn mond opborrelen. Zijn lijf had er zin in. En hij was nog niet eens buiten.
Bij de deur keek hij nog even om; prachtige hoeven in het tapijt.
Op straat duurde het even voor hij de juiste cadans te pakken had, maar weldra weerkaatste van de huizen de verrukkelijke hoefslag van die goede oude tijd. Hij proestte met zijn lippen van welbehagen.
Buiten de bebouwde kom nam hij een kopje koffie bij een benzinestation en stak het suikerklontje in zijn zak voor later.
Eenmaal in de velden kregen de schoenen als het ware de vrije loop, van Paardegem kon ze haast niet bijbenen en riep, niet helemaal vrij van schrik:"Huuuh!"
Ja, die verkoper had al gezegd: "Weet u het zeker, dit zijn eigenlijk schoenen voor gevorderden, meestal verkopen we eerst Belgische knolschoenen, die zijn breder en gaan niet zo gauw in galop."
Maar van Paardegem wilde niet te boek staan als een beginner en zei:
"Nee hoor, da's niks voor mij die Belgische knolschoenen, "t moet een beetje een uitdaging blijven en bovendien heb ik geen kar."
Van Paardegem steigerde met één been en zocht naar evenwicht, waarop ook het andere been, geschrokken van de bruuske beweging, begon te steigeren. Hij viel achterover in het natte gras en bleef liggen tot  de schoenen tot rust gekomen waren. Hij voelde in zijn broekzak en haalde het suikerklontje van het benzinestation eruit. Gulzig pakte hij het klontje met zijn lippen van zijn vlakke handpalm en maalde krakend schuivend met zijn gebit. Opnieuw voelde hij met vreugde een hinnik opborrelen.
Hij deed zijn mond open en riep zo hard mogelijk:"Hihihihi!"
Het klonk als iemand die keihard glimlachte.
Van Paardegem liep kalm naar een ANWB paddestoel en las op alle zijden. Zijn oog viel op: Kinderboerderij 3 km. " Maar goed dat ik die Belgische knolschoenen niet heb gekocht."
Na een kwartiertje gestrekte draf bereikte hij de kinderboerderij.
Van Paardegem passeerde de kippen, de ganzen en de geiten en hield halt bij de pony's.
Een jongetje kwam naar hem toe en vroeg: "Meneer, bent u van de pony's?"
"Hoezo jong," zei van Paardegem.
"Nou, omdat u daar zo staat met net zulke schoenen."
"Dit zijn schoenen van een echt paard, die zijn groter zie je."
De moeder trok het jongetje bij hem vandaan waarop het jongetje begon te huilen.
"Je moet niet zomaar met zo'n vreemde man praten, die meneer deugt niet, kijk maar naar zijn schoenen."
" Maar mamma, een meneer die een paard is, die is toch niet eng ."
Van afstand hoorden ze van Paardegem hinniken.
"Zie je wel, hij lacht nog gemeen ook." zei de moeder.

<     >