Mannenzaak
De man lachte zich zo slap dat zijn vrouw te laat kwam met de fietspomp.
Zij rolde haar man op, deed hem in een vuilniszak en ging een nieuwe halen.
Ze hadden er nog maar drie in de mannenzaak. En ook nog een beetje type uitverkoop.
"Wat voor maat heeft u?" vroeg de verkoopster.
"Extra large," zei de vrouw, "ik hou van een beetje oversized want ze krimpen nogal in het gebruik."
"Als u ze nou eens alledrie nam voor de prijs van twee, dan kunt u ook een beetje wisselen en gaan ze nog langer mee ook."
"Mag ik ze eerst even passen, want ze lijken me eerlijk gezegd nogal klein."
"Gaat uw gang, achterin zijn de pashokjes."
De vrouw nam de mannen alledrie tegelijk mee naar binnen in het pashokje.
De drie mannen staken een sigaar op en wachtten gemoedelijk op de wilsbeschikking van de vrouw.
Toen de vrouw de eerste man paste zag de verkoopster de sigaar van de man onder het gordijntje op de vloer liggen. Vervolgens lagen er twee en tenslotte drie sigaren te smeulen. In het pashokje bleef het verbazingwekkend rustig. De rook van de sigaren had inmiddels alle zicht op de vrouw en de pasfiguren ontnomen.
De verkoopster kwam bij het gordijntje en vroeg: "Past het een beetje?"
Achter het gordijntje klonk het benauwde kuchen van de vrouw.
Geschrokken trok de verkoopster het gordijntje opzij en trof daar alleen de vrouw in duizelige paniek.
"In Godsnaam, wat is er gebeurd, waar zijn onze aanbiedingen?'
"Die drie waren zulke slapjanussen dat ik eerst één, toen twee en toen drie tegelijk moest passen maar het enige waarvoor ze deugden was sigaren roken en ik word helemaal misselijk van die rook."
"Maar daarom hoefde u ze toch nog niet helemaal op te passen," zei de verkoopster, "ook al was het een aanbieding. Zo houd ik geen man meer over."